De grot van Agia Sophia in Mylopotamos

De grot van Agia Sofia van Mylopotamos is een van de drie grotten met dezelfde naam in Kythira. De andere twee bevinden zich in Agia Pelagia en Kalamos. De naam van de grot is een verwijzing naar de verering van Agia Sofia Martyros. Volgens een ander verhaal waren de grotten met deze naam gewijd aan Gods Wijsheid (Sofia) (zoals de Haggia Sophia in Constantinopel) en na verloop van tijd werd deze naam erkend als die van de heilige van de Orthodoxe Kerk. Het ligt aan de westkust, in de haven van Kokkala, 60 meter boven de zeespiegel. Het was beroemd vanaf de 18e eeuw, volgens buitenlandse reizigers, maar tot 1930 werd er geen onderzoek gedaan. De beroemde Kitheriaanse speleoloog Ioannis Petrocheilos, een leraar natuurkunde aan het gymnasium van Kythira, onderzocht de grot en publiceerde er geschriften over. In 1955, na de dood van Ioannis Petrocheilos, werd de grot opnieuw verkend door zijn vrouw Anna. Een gedetailleerde studie werd toen gepubliceerd. In 1970 besloot ze, ter nagedachtenis aan haar man, om van de grot van Agia Sofia een toeristische trekpleister te maken, de grot gedetailleerd in kaart te brengen en de vorige studie te herschrijven. De grot is niet volledig ingericht en heeft nog steeds zijn natuurlijke kenmerken. De versiering van de grot van Agia Sofia trekt meteen de aandacht van de bezoeker. Het heeft indrukwekkende natuurlijke zwarte, witte en rode kleuren, die het resultaat zijn van de rotsevolutie in de grot. De kamers zijn over het algemeen ruim en in sommige gevallen zijn ze wel zeven meter hoog. Hierdoor voelen bezoekers zich op hun gemak omdat er geen gebrek is aan lucht of ruimte. De voorkamer van de grot is versierd met een gevleugeld altaarstuk met belangrijke 13e-eeuwse hagiografieën. Er is ook een kleine inscriptie waarop staat dat de hagiografieën zijn gemaakt door een schilder uit die tijd genaamd Theodoros. Links van de ingang zien we Agios Panteleimon en vervolgens vier schilderijen van Sophia en haar dochters Agapi, Elpida en Pisti. Aan de linkerkant van de poort zien we Sint Nicolaas. Aan de rechterkant zien we de aartsengel Michaël. Rechts van de ingang zien we een bidstoel met Jezus Christus op een troon, met de Maagd Maria en Johannes aan zijn zijde. Links van de standaard zien we de heilige Theodoros Kinthiras (van Kithera). Rechts zien we de heilige Theodosios de Koinoviarchis, die een witte kap draagt. De grot herbergt een later gebouwde kapel van Sint Sophia (1875) waar elk jaar op 17 september een mis wordt gehouden. Aan de overkant van de kapel ligt een klein natuurlijk meer, dat werd gebruikt als doopvont voor kinderen met gezondheidsproblemen. De grot wordt beschouwd als een van de meest actieve in Kythira. Er worden constant stalagtieten en stalagmieten gevormd. Hun groei is de laatste tijd echter afgenomen door de verminderde regenval in het gebied. Een zeldzame endemische isopodsoort, Kythironiscus Paragamiani, maakt deel uit van de fauna van de grot. Deze werd ontdekt door Kaloust Paragamian, een lid van de Hellenic Speleological Society en van het Hellenic Institute of Speleological Research. De grot strekt zich uit van west naar oost in een rechte lijn met een lengte van 110 meter. Het toeristische pad: 220m. (totaal 500m.) Hoogte: 60m boven zeeniveau Richting: west - oost Maximale diepte: 1,5m. Maximale hoogte: 6m. Oppervlakte: 2.200 m² Temperatuur: 18 C Vochtigheid: 64%

Zie ook:

De grot van Agia Sophia in Kalamos

De grot van Agia Sophia in Agia Pelagia